Een eiland aan de rand van de wereld

Een eiland aan de rand van de wereld

Het Canarische eiland La Palma is een paradijs voor wandelaars en romantische individualisten die de luwte zoeken.

ALLE LANSU

De Canarische eilanden associeerde ik altijd met massatoerisme. Tot een kenner vijftien jaar geleden enthousiast vertelde over La Palma, het groenste eiland van Las Canarias. La Palma is heel anders dan de bekendere, meer toeristische eilanden Tenerife en Gran Canaria, zei hij. Er komt een heel ander publiek. In het vliegtuig draagt minstens de helft van de passagiers bergschoenen. Het is een paradijs voor wandelaars.

Vanuit de lucht zie je een vulkanisch eiland als een ovale tulbandcake oprijzen uit zee. Langs de steile flanken van de bergketen die het eiland in een oostelijke en westelijke helft verdeelt, zie je een lappendeken van dorpjes en stadjes en langs de kustlijn een eindeloos lint van bananenplantages. Op 2426 meter, het hoogste punt van het eiland, de Roque de los Muchachos, bevindt zich de grootste sterrenwacht van Europa, een Mekka voor astronomen uit de hele wereld. Maar ook met het blote oog ontwaar je ‘s nachts een duizelingwekkende sterrenhemel en ontvouwt zich de Melkweg in een ongekende rijkdom. Overdag is er de onmetelijkheid van de overal zichtbare oceaan. Je bent op een eiland voor de kust van Afrika. Die grenzeloosheid in de ruimte, het subtropische klimaat en het weldadig kalme tempo van het dagelijkse Palmese leven hebben me verslaafd gemaakt aan het eiland. Elke keer weer ervaar ik boven aan de vliegtuigtrap een gevoel van thuiskomen.

De wandelaar wordt op zijn wenken bediend. Het eiland kent meer dan duizend kilometer perfect bewegwijzerde paden door een veelheid van landschappen. Hoog langs de geaccidenteerde westelijke kustlijn over de Camina Real de la Costa, nu eens dalend en klimmend – barranco in en uit – dan weer heel ontspannen langs gelijkvloerse stukken. Onderweg zie je, op de mooiste plekjes, verwaarloosde huizen die schreeuwen om renovatie. Je begint er over te dromen om hier te gaan wonen. Kraaiende hanen, blaffende honden, kwetterende vogeltjes en het geritsel van de wind in de palmbomen accentueren de stilte. In het keteldal van Nationaal Park Caldera de Taburiente, in het hart van het eiland, laat je je in een jeep naar Los Brecitos (1300 meter) rijden, en loop je in acht uur door een overweldigend landschap naar de uitgang van de Barranco de las Angustias (200 meter), de Kloof van de Angsten. Nu eens dansend over het dennennaaldentapijt, dan weer klauterend over smalle bergpaadjes, bij momenten vechtend tegen je hoogtevrees. Dwars door de rivierbedding stap je van steen naar steen. Onderweg picknick je met verse broodjes, jamon serrano, chorizo, sardines in tomatensaus. Je geniet van de oorverdovende stilte. Je hoort het zoemen van insecten, je ziet de slowmotionvlucht van roofvogels die met zo min mogelijk vleugelslagen hoog door de lucht cirkelen.

Misschien nóg wel spectaculairder is ‘de Dak van het Eiland-wandeling’ langs de bovenrand van de Caldera naar Roque de los Muchachos. Een dagtrip vol duizelingwekkende uitzichten. Op de top overzie je het ganse eiland vanuit roofvogelperspectief. In de verte zie je de omringende eilanden: Tenerife, met de eeuwig besneeuwde piek van de Teide (3712 meter, de hoogste berg van heel Spanje), La Gomera, El Hierro. Eilanden die je op een dag ook nog eens wilt verkennen. Ondertussen heb je gezelschap van een raaf, die uit je hand eet en als je even niet oplet er met je hele lunchpakket vandoor gaat.

Langs de vulkanen in het zuiden loop je dwars door duinen van zwart lavazand, daal je af door een maanlandschap naar de vuurtoren (de Faro de Fuencaliente) op de uiterste zuidpunt van het eiland. Tot voor een paar jaar geleden kon je aan het eind van deze wandeling een eenvoudige, maar verrukkelijke vismaaltijd genieten in een houten keet in een grot boven de branding, maar dat tentje is inmiddels ontmanteld, ten prooi gevallen aan de moderniseringsdrift die helaas ook aan La Palma niet voorbij is gegaan. Net zoals op Bali de authentieke losmen overvleugeld zijn door luxueuze Disneylandachtige resorts. Dat heet vooruitgang.

Gelukkig zijn ze er nog. De eenvoudige vistentjes aan een aantal kleinere, intieme strandjes aan de westkust, waar je het hele jaar door kunt zwemmen in zeewater van 22 graden celsius. Zo ontdekten we de laatste keer El Remo, een zigeunerachtige nederzetting aan het eind van een doodlopende kustweg. Zuidwaarts van Puerto Naos, het meest toeristische oord op het eiland – met een lange boulevard langs het strand, het wemelt er van hotels en pensions – rijd je zo’n tien minuten tussen banenplantages, tot je plotseling oog in oog staat met de onstuimig bruisende witte branding van de oceaan die je bijna verblindt in het zonlicht. Dan ben je in El Remo, zo’n oord aan het eind van de wereld. Een rommelige en tamelijk verwaarloosde verzameling vakantiehuisjes waar Palmeros het weekend doorbrengen en Madrilenen in de zomer verkoeling komen zoeken. En midden in dit anarchistische oord staat Kiosco Bar Aterure. Pal aan de oceaan. Een eettentje in de open lucht, met eenvoudige houten tafels onder een dak van rieten matten die het zonlicht filteren. Waar je in afwachting van het eten opgaat in het eeuwige spektakel van de golven die zich als polsstokhoogspringers meters hoog uit zee oprichten om onder donderend geraas tot schuim te worden. Iemand zou daar eens een dvd voor slapelozen van moeten maken. Dan komt de verse vis, geserveerd met papas arrugadas, kleine, in de schil gekookte aardappeltjes, met mojo verde, een fris sausje gemaakt van knoflook, groene paprika en olijfolie, en een fles witte wijn. Dan vermengt zich het geraas van de oceaan met het geroezemoes aan de tafeltjes waar de Palmezen zijn neergestreken om de zondagmiddag stuk te slaan: vrienden, jonge geliefden, oudere echtparen, gezinnen, al dan niet met opa en oma. Hier voltrekt zich de zondag van het leven.

De Canarische keuken is een eenvoudige provinciale keuken. Je eet hier vis, maar ook konijn en geit. En het wonder is: het kost allemaal niks. Met z’n tweeën ben je meestal voor zo’n dertig euro klaar. Dan heb je een kilo gegrilde vis gegeten, met papas en mojo en salade, en een fles witte wijn soldaat gemaakt. De liefhebber blust het af met een carajillo (espresso met een scheut brandy, het Spaanse equivalent van de Irish coffee) – voor anderhalve euro.

La Palma is ook een eiland voor duikers en snorkelaars. Aan de westkust zijn een aantal baaitjes waar een visverbod geldt, zoals Playa Zamora, een intiem lavastrand aan de voet van hoge rotsen. Als snorkelaar (te claustrofobisch voor het echte duiken) zweefde ik boven een onderzeese wereld van rotsen, grotten en woestijn, omringd door honderden vissen die onbekommerd om me heen zwommen en mijn aanwezigheid wel gezellig leken te vinden. Ik zag prachtig getekende brasems – zilvergrijs met gele en blauwe lijnen – en exotische vissen met felle bonte kleuren en boekdelensprekende namen: de papegaaivis, de pauwvis.

La Palma is een eiland voor lezers, voor dromers en denkers die tijdens de zonsondergang met z’n surrealistische wolkentaferelen boven zee of onder de sterrenhemel bij het geluid van de krekels graag reflecteren over hoe ze in het leven zijn gekomen waar ze zijn, en hoe het nu verder moet. Moet het roer niet radicaal om? Een eiland voor romantische individualisten die een (vaak afgelegen) casita prefereren boven een hotel of een appartementencomplex. Daar hoort onvermijdelijk een huurauto bij. Een bijkomend plezier is dat je op La Palma nog echt kunt autorijden. In het bergachtige landschap vol haarspeldbochten ben je voortdurend bezig met sturen en schakelen. Ook die concentratie draagt bij aan het leegmaken van je hoofd.

La Palma is een oase voor mensen die de luwte zoeken, die even buiten de hectiek van de wereld willen verblijven. Ik vertel u dit allemaal met mijn wijsvinger voor mijn mond. Want het is natuurlijk niet de bedoeling dat u na lezing van dit verhaal massaal naar La Palma komt.

Aanbevolen wandelgidsjes

  • Walkings on La Palma and El Hierro (Sunflower)
  • La Palma (Rother Wandelgidsen, in een Nederlandstalige editie uitgegeven door Elmar) .
Scroll naar boven